Met enige onregelmatigheid schrijven Leike en Jaap elkaar een dialoogblog over het vak en de wereld. Daar kun je je op abonneren, dan krijg je bij iedere nieuwe blogpost een melding. Ook heel leuk vinden we het als je je ermee bemoeit en een eigen bijdrage levert. Naar een specifieke blogpost zoeken of neuzen door alle titels kan in het blog overzicht.

Krenten en pap

9 december 2013


Beste Jaap, 

Inderdaad erg raak, die blog van Ben Tiggelaar. Knap gezegd. Mooi betoogd. Grappig dat wij zo vaak het woordje ‘wil’ gebruiken. Dat moeten we maar even niet meer willen. Genoegd gewild. Gewoon maar weer even ons best doen, om met Freerk te spreken. 

Mooi begrip dat ‘gewoon je best doen’. Beetje saai, degelijk, en heel, heel, heel erg de basis om iets bereiken. Doet me denken aan een adviesbureau waar ik een tijdje geleden intervisiebegeleider was voor jonge adviseurs. Centrale thema: hoe word ik iemand? Terechte vraag in de people business waarin wij vaak opereren. Zeker nu de crisis je als jonge adviseur niet meer de kans geeft om makkelijk een zelfstandige plek te verwerven. Maar wat wilden al deze mensen? Ze wilden allemaal worden zoals <noem de grote namen maar op>. Hun strategie? Een plek opeisen op grond van vermeende uniekheid. Podium willen en vinden dat je recht hebt op mooie klussen. Balen als ze ‘gewone’ klussen kregen. Zich niet gezien voelen door hun leidinggevende. 

Wat volledig uit hun beeld verdwenen was, was dat de groten waar zij naar opkeken, lang niet altijd groot geweest zijn. Geen zicht meer op dat zij hun ervaring, kennis en kunde hebben opgedaan door ‘gewoon’ hun werk te doen. Hard hebben moeten werken om te komen waar ze zijn gekomen. En lang niet altijd langs de weg van de bewondering.

Je hoort het me vaak zeggen, misschien deed ik dat ook al wel eens in deze blogs: werk bestaat niet alleen krenten, maar vooral ook gewoon uit pap. En heel goed worden kan alleen maar door lang heel hard te werken aan gewone dingen. En daar dan steeds beter in worden.

Gewoon je best doen en een beetje serendipiteitsgeluk hebben. Dank je wel, Freerk! 

Of word ik nou gewoon oud?

Ook, waarschijnlijk … 

Tijd voor een ander onderwerp. Leiderschap?

 

Groet, Leike

De wil van Ben Tiggelaar

3 december 2013


Beste Leike,

Met enige regelmaat hebben we het samen over de mate waarin we de wil ernstig overschatten als factor in management en verandering. Ik klopte het woordje ‘wil’ eens in in de zoekfunctie van deze blogruimte en ik kreeg 21 hits. Duidelijk iets dat ons bezig houdt. Nu las ik afgelopen zaterdag een column in NRC/Handelsblad van Ben Tiggelaar over de wil en hij beschrijft prachtig en precies hoe ik ernaar kijk (en jij ook?). Kan ik het natuurlijk met eigen woorden overnemen, maar het lijkt me juister om gewoon naar hem te verwijzen. Prachtig he?

Groet, Jaap

De wereld van imperfectie

29 november 2013


Beste Jaap,

Er werden zondag onderzoeksresultaten gepresenteerd over de opbrengsten van grote verkeersverbeterprojecten. Die blijken altijd lager dan ingeschat en geschetst. Nou weet iedere burger dat ook zonder onderzoek. Maar je kunt er onderzoek naar doen. Met als uitkomst de bevestiging van wat we al weten.

Een onderzoeker van de TU Delft vertelde op het journaal dat die afwijking in opbrengsten komt omdat er altijd gerekend wordt met de hoogste-groeiscenario’s. En vanaf nu gaan ze rekenen met realistischer scenario’s. Ha, ha, alsof dat helpt! Want die hoogste-groeiscenario’s heb je nodig in het politieke spel, als argumenten tegen argumenten van anderen, als stip op de horizon die lonkend wenkt. En de tegenstander gaat vanuit andere scenario’s bepleiten dat het niet klopt. Hoort bij het spelletje.

Volgens mij zit er maar 1 ding op: ervan uitgaan dat ramingen, voorspellingen en beloften in een andere wereld gemaakt worden, dan uitgevoerd. Vanaf het moment dat besluitvorming geweest is, opnieuw beginnen. Binnen de kaders die zijn vastgesteld, maar niet met de illusie dat je de beloften erin kunt waarmaken. Opnieuw beginnen met denken en handelen, in een andere werkelijkheid: die van de uitvoering.

De wereld van de uitvoering, is de wereld van de imperfectie, waarin het hoogste-groeiscenario niet per definitie klopt, waarin onverwachte effecten plaatsvinden, het menselijk tekort zijn rol speelt, en de imperfectie van handelen weerhaakjes slaat in te mooie beloften.

Wat overigens niet betekent dat je niet zo realistisch mogelijk moet plannen. Dat ook. Maar in het besef dat het nooit zo uitpakt als je bedenkt.

Ik pleit voor het hanteren twee parallelle werelden: die van de plannen en die van de uitvoering. En ze dan niet met elkaar verwarren. Kunnen we optimistisch blijven tijdens de ‘Yes we can’-fase, en realistisch in de ‘Yes we try’-uitvoering.

Groet, Leike

Yes, we try!

24 november 2013


Beste Leike,

Ach ja, die arme Obama. Won de Nobelprijs al voordat hij iets kon doen. Gedragen op de vleugels van de hoop na jaren visieloze Bushadministratie. En dan ook nog dat diep-Amerikaanse “Yes, we can” als strijdkreet.

Herinner je je dat we workshops deden over ons pas uitgebrachte ONveranderbaarheid van organisaties in de tijd dat hij gekozen werd? We vroegen dan aan de zaal wie er dacht dat er veel zou veranderen en wie niet. Heel veel mensen dachten dat er veel zou veranderen….en dan vertelden wij onze inzichten over hoe onveranderbaar systemen zijn. Over hoe ‘smoren’ als een van de uitingsvormen van ’taaiheid’ mooie plannen verstikt door een te grote complexiteit en door een domweg teveel tegelijk. Alsof we een leuk feestje van hoop en verwachting verpestten.

Droevig genoeg kregen we misschien nog wel meer gelijk dan we dachten. Zelfs Quantanamo Bay met nog ongeveer twintig gevangenen krijgt hij niet gesloten.
En toch. Ik denk dat het een heel slimme man is. Ik denk dat het een heel fatsoenlijke man is. Ik denk dat hij echt dingen wil veranderen en hij blijft een begaafd retoricus, een groot inspirator. Het is geen kwestie van willen, maar van kunnen.

Zo heb je al je energie gestoken in het politieke spel in huis en senaat mee te krijgen in de Obamacare, heb je je door alle machanisaties en sabotages heen gewerkt, dan blijkt de website het niet te doen. En loop je het risico dat het uiteindelijk spaak loopt op de technische uitwerking.

Het klinkt natuurlijk lullig, ’technische uitwerking’ alsof het maar een detail is dat er niet toe doet. Maar een Noord-Zuidlijn is ook techniek, of een OV-kaart, een HSL-lijn, de verbouwing van het Rijksmuseum en al die grote projecten die uit de hand lopen in tijd en kosten.

Wat maakt toch dat die grote projecten altijd zo enorm tegen lijkten te vallen in de uitvoering? Willen we soms niet gewoon dingen die te moeilijk zijn, of te onoverzichtelijk? Of is er nog iets anders aan de hand. Zit het probleem niet zozeer in de uitvoering, maar in de besluitvorming, de behoefte te beloven?

Om besluitvorming rond te krijgen moet je met een verhaal komen dat beloftevol is. Het is een goed idee, het is realiseerbaar, het is beheersbaar en het is betaalbaar. Dus als in de ontwerpfase naar voren komt dat het idee ook de nodige nadelen heeft, of moeizaam te realiseren, onoverzichtelijk is of loeiduur gaat het project het nooit halen in de besluitvorming. Daarom wordt er net zo lang geschaafd aan teksten en spreadsheets tot het weer een prachtplan is. Obamacare, de Noord-Zuidlijn of de fusie van drie inspecties tot de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

En zo beginnen we met projecten die veelbelovend zijn, die de bestuurder lof brengen over zijn visionaire doorzettingskracht, die vast een pagina klaarzetten in de geschiedenisboeken.

Als wij nu wisten dat Obama maar een piepklein deel van zijn Yes we can, zou kunnen, dan waren er veel meer die dit konden voorzien. Wat zou Obama zelf diep in zijn hart al hebben voorzien?

De ironie is natuurlijk dat als hij als kandidaat gezegd zou hebben dat hij zijn best zou doen, maar niets kon beloven “Yes we try”, hij altijd kandidaat zou zijn gebleven. Niet hij zou niet gekozen zijn, maar een ander die wel van die beloften deed.

Groet, Jaap

Luchtkastelen met fundament

13 november 2013


Beste Jaap,

Ha, ha, heel herkenbaar. Dromen, voorspellen en vooruitkijken als belangrijkere en leukere activiteit dan zorgen dat het ook in de uitvoering werkt. En dus ook voorbehouden aan belangrijkere mensen. In het lied van Huub van der Lubbe dat je aanhaalt, noemt hij zichzelf en zijn vrienden ‘de drie prinsen’. Passende rol als je een luchtkasteel wilt bouwen.

Maar geen luchtkasteel zonder gedegen fundament. Hoe hoog je ook bent, en hoe inspirerend je droom ook, de basis moet er zijn. Kan de president van de Verenigde Staten over meepraten. Jarenlang streed Obama voor Obamacare. Zijn visie op een betere samenleving, zijn droom voor meer gezondheidszorgrechtvaardigheid. Maar dat ideaal strandt nu omdat het in de uitvoering niet werkt. Technologie is niet af, plan onvoldoende uitgewerkt en praktisch gemaakt. Alles hapert, niks werkt. Je kunt nog zulke mooie luchtkastelen hebben, ze gaan in rook op zonder een goede vertaling naar heel, heel, heel praktische uitvoering. En hoe hoog je ook bent, uiteindelijk wordt ook jouw ideaal verguisd als het niet  blijkt te werken. Je helpt je eigen verandering om zeep, als je het niet werkend krijgt. Is dit niet waar we in verandering vaak mee te maken hebben?

Volgens mij gaat het om meer dan alleen aandacht voor het handwerk waarmee je het luchtkasteel bouwt, zoals jij het zo mooi uitdrukt. Het gaat vooral ook om het snappen van de relatie tussen ambitie en handwerk, en om het vermogen om ambities te vertalen naar dat handwerk. Want dat is wat anders dan nog een keer uitleggen, extra aandacht voor communicatie of mensen verandervaardigheden aanleren. Het gaat om het vermogen om je ideaal werkend te krijgen.

Ik raak steeds meer gefascineerd door het onvermogen om dat te kunnen: de link tussen ambitie en anders doen zo weten te leggen dat medewerkers snappen wat er van hen gevraagd wordt.

Wat zou daarvoor nodig zijn, denk je? Wat moet je dan als manager en veranderaar goed kunnen en kennen?

Groet, Leike

Strategisch dromenland

9 november 2013


Beste Leike,

Tja, een verandering werkend krijgen… Dat is de puzzel waar we al aan werken sinds we ONveranderbaarheid van organisaties schreven en daarvoor ook al natuurlijk.

Een bekentenis: Ik ben zelf ook nogal verleidbaar tot het bedenken van mooie dingen, interessante concepten, aansprekende ideeën. Het is zo leuk om te brainstormen en te bedenken hoe de wereld beter zou kunnen. Mannen, moet je weten, blijven jongens. Liefst spelen, met Dinky Toys of met hun dromen. Dat kan gewoon op een werkkamer of bij een aangename maaltijd, een goed glas, maar vooral inspirerende mensen…. Die prachtige zin van Huub van der Lubbe waarin hij de overmoed van het plannen maken beschrijft: Geef ons een uur en er is nergens rotzooi meer.

En ach wat is het altijd weer zuur dat je die prachtideeën dan ook zelf handen en voeten zou moeten geven. Dat je dan je verantwoordelijkheid moet nemen. Dan voorzie je gedoe en allerlei praktische consequenties; zal je net zien dat het niet helemaal uitvoerbaar is, of dat mensen bezwaren hebben die hout snijden. En voor je het weet smoren je kristalheldere concepten in bleke compromissen of smoezelige praktische uitwerkingen.

Dus is het fijn als je een beetje hoog en belangrijk bent. Dan kan je roepen dat je van de strategie bent en van de hoofdlijnen. Dat je veel visie hebt en een helicopterview (is het je wel eens opgevallen hoe mooi aangeharkt ons land er vanuit de lucht uit ziet?). Bij de hoge positie hoort dat je niet van de puntjes op de i hoeft te zijn, dat zijn details waar anderen zich maar druk om moeten maken. Dat kan je dan lekker delegeren. De luchtkastelen zijn echt mooier dan de dagelijkse modder. Lekker wegblijven bij de devils in de details.

Maar ja, mijn dagelijks werk is net als het jouwe nu juist die andere kant. Die van het zorgen dat denken en doen bij elkaar horen, dat ijle teksten passen bij concreet handelen en dat het handwerk bouwt aan het luchtkasteel. Met veel puntjes bovenop de i.

Maar dat strategisch dromen is wel heel fijn om te doen!

 

groet, Jaap

Een verandering werkend krijgen

3 november 2013


Beste Jaap,

Wat is het toch lastig om een verandering echt werkend te krijgen.

Een paar weken geleden mocht ik een dag werken met een groep leidinggevenden die met elkaar al een tijdje werkten aan een grote verandering in hun organisatie. Geen makkelijke klus. En een klus waar ze al een jaar met elkaar aan werkten.

Na een jaar stond er veel en was er nog niets. En dus was er machteloosheid: al een jaar bezig en de verandering nog niet werkend. Bij een deel van de leidinggevenden sloeg het ongeduld toe. Voor anderen was de verandering heel ver: men werkte er toch heel hard aan? Met elkaar deelden ze de onmacht om de slag te maken naar de verandering werkend krijgen.

We schrijven er een boek over, over dat echt werkend krijgen van een verandering, maar als ik dit moment in de praktijk tegen kom, blijf ik het ingewikkeld vinden. Mensen die een jaar lang gewerkt hebben aan een verandering, en ondanks al hun inspanningen eigenlijk 1 grote fout hebben gemaakt: te lang in de ideeënwereld, de inspiratie, de ambitie blijven hangen. Niet gezien dat je met ideeën alleen een verandering niet werkend krijgt. Dat je daarvoor de moeite in moet, het worstelen en uitproberen, het vasthouden en oefenen, het volhouden en inslijpen.

We zijn daar als veranderaars vaak mede schuldig aan. We leggen nadruk op het veranderen zelf: een goed opgezet traject, draagvlak creëren en mensen meenemen, inspireren en ruimte geven om je met de verandering te verbinden.

Ik heb een dag lang met deze groep gewerkt aan hoe je de slag van veranderen naar anders doen kunt maken. De meeste tijd ging zitten in uitleggen dat alleen aandacht voor veranderen nog geen verandering oplevert.

Waar zijn we dat besef ooit kwijtgeraakt en hoe zorgen we dat dat weer onderdeel van ons veranderrepertoire wordt?

Groet, Leike

Critisch

25 oktober 2013


Beste Leike,

Kritisch?  Op de sociale academie in de jaren ‘70 bestonden er twee soorten wetenschap: de burgerlijke en de kritische. Raad eens welke deugde en welke niet? De burgerlijke wetenschap was van het kapitaal, de heersende klasse, het establishment (eigenlijk dat wat we gewoon wetenschap noemen) en de kritische, ja die was van Marx en zijn trawanten. Geestig he?

Maar ondertussen krijg je wel een blik ingetraind waarin je weinig voor zoete koek aanneemt en waarin een kritische blik uitgangspunt was. Dat heeft me wel geholpen in mijn leven om met een zekere scepsis naar de dingen te kijken, waardoor ik soms ook door de mistvlarden keek die anderen het uitzicht belemmeren.

Maar het is natuurlijk ook een beetje een eenzijdige manier van kijken. Edward de Bono beschrijft in ‘zes denkhoeden’, zes manieren van kijken naar vraagstukken.

Witte hoed

kale feiten en cijfers

Je gaat uit van objectieve informatie.

Rode hoed

gevoel en intuïtie

Je reageert emotioneel (zonder een reden te hoeven geven).

Zwarte hoed

negatief / pessimistisch

Je bent advocaat van de duivel.

Gele hoed

positief / optimistisch

Je bekijkt het van de zonnige kant en zoekt naar de voordelen.

Groene hoed

creatief

Je mag freewheelen in je manier van denken (vrij associëren, alternatieven bedenken).

Blauwe hoed

beschouwend, controlerend

Je houdt het proces in de gaten.

Bij het werken met teams kan je leuke oefeningen doen door de leden te vragen bij een bepaald vraagstuk systematisch te kijken vanuit het perspectief van één van die hoeden.

De zwarte kritische hoed krijgt een mooie functie te midden van andere evenzeer functionele invalshoeken.

Ook kritisch en heel constructief is het fenomeen tegenspraak bij politie en justitie. Sinds men zich daar realiseerde dat allerlei vormen van ‘groupthink’ en tunnelvisie soms leidden tot grote misstappen, is men heel systematisch gaan werken met een soort geïnstitutionaliseerd tegendenken. Bij een beetje zware zaak wordt de tegenspraak via ambtsinstructies geregeld. We schreven erover in Ondertussen.

Weet jij trouwens waarom het kritisch is en niet critisch? Het staat zo jaren zeventig met de K.

Groet, Jaap

Ongezond verstand

22 oktober 2013


Beste Jaap,

Tja, dat gezonde verstand van ons. Dat is nu eenmaal niet zo gezond. Het baseert zich op allerlei aannamen die onvoldoende getoetst zijn, maar wel handig bleken in het verleden. Kun je het ons kwalijk nemen dat we erop gingen vertrouwen. Niet toch? Maar we zouden beter moeten weten. Iets met in het verleden behaalde resultaten.

Interessante vraag is volgens mij hoe we voorbij het gezonde verstand kunnen komen. Wanneer moet je erop vertrouwen en wanneer moet je het uitdagen en oprekken door alternatieven te toetsen?

We zijn niet goed in bewust alterneren tussen gezond verstand en even rustig nadenken, alternatieven bedenken en afwegen. Kahneman laat in zijn boek Thinking fast & slow zien hoezeer ons snelle geheugen, wat je volgens mij prima kunt vergelijken met wat jij gezond verstand noemt, snel wint. Het scheelt tijd, is vertrouwd, handig.

En leidt tot de opgeslotenheid in redeneringen en de hardnekkigheden die jij beschrijft.

Wat ik mooi vind aan wat je beschrijft, is dat je kritisch tegendenken nodig hebt om tot de experimenten te komen die jij beschrijft. Je moet achter de aannames van het gezonde verstand zien te komen. Daaraan durven peuteren en de stamina hebben om te toetsen of het anders kan. Tegen de stroom van het gezonde verstand in. Gewoon doen.

Hoezo waarderend onderzoeken? Kritisch! Dingen niet voor waar aannemen. Ter discussie stellen en durven diskwalificeren.

Groet, Leike

Gezond verstand

15 oktober 2013


Beste Leike,

Gisteren schreef Rutger Bregman een mooi stuk op Decorrespondent.nl. Hij geeft een overdadige reeks aan voorbeelden waaruit blijkt dat het geven van gratis geld geweldig helpt. Bijvoorbeeld daklozen in een deel van Londen kosten de overheid veel geld aan opvangvoorzieningen, politietoezicht, hulpverleners en meer. Dat duurde al jaren. Op een zeker moment werd besloten hen allen £ 3.000,- te geven. Mochten ze zelf weten waaraan ze het wilden uitgeven. Wat bleek? Bij zo’n bedrag ging het niet op aan drank en ander spul, ze bleken heel zuinig en gingen het investeren. In een telefoon, een paspoort, een woordenboek, een gehoorapparaat. Na een jaar hadden ze gemiddeld pas £ 800,- uitgegeven. Ze brachten hun leven op orde. Geestig he? En zo staat het stuk vol van de voorbeelden over gratis geld dat goed werkt…zelfs in de VS.

En het staat zo haaks op hoe we ons gezonde verstand hebben ontwikkeld!

Als mensen niet werken voor hun geld worden ze lui.
Je moet hun luiheid niet belonen.
Mensen hebben prikkels nodig.
Zo bouwen we onze systemen rond dat idee van prikkels.

Ik sprak laatst een directeur van een adviesbureau. Ingewikkelde discussies in de top over variabel belonen, bonussen. Dat wilden zijn collega-directeuren. Ik vroeg hem of hij zich bewust was van al dat onderzoek dat aantoont dat variabel belonen niet werkt. Kende hij, maar hielp niet…het gevoel dat het werkt wint het van wetenschappelijk bewijs.

Zo ook bij straffen van misdadigers. Onderzoek toont aan dat zwaarder straffen niet helpt. Maar ja, ons gezonde verstand zegt dat het wel moet werken. Dus jammer voor het onderzoek, de strafhoogte stijgt.

We denken ook dat we meer werklozen aan de gang krijgen als we de stok niet alleen achter de deur zetten, maar al bij het gesprek op tafel leggen.

Wat moeten we toch met dat gezonde verstand als het onze rationaliteit in de weg zit?

groet, Jaap

Organisatievragen