Met enige onregelmatigheid schrijven Leike en Jaap elkaar een dialoogblog over het vak en de wereld. Daar kun je je op abonneren, dan krijg je bij iedere nieuwe blogpost een melding. Ook heel leuk vinden we het als je je ermee bemoeit en een eigen bijdrage levert. Naar een specifieke blogpost zoeken of neuzen door alle titels kan in het blog overzicht.

Problemen oplossen?

9 november 2023


Beste Leike,
 
Kijk jij ook zo geïntrigeerd naar de verkiezingsdebatten? Naar die ‘met meel in de mond pratende’ risicomijders? Pieter Omtzigt die maar niet kan besluiten of ‘ie wel of niet premier wil worden? Omdat hij nodig is om aan een meerderheid te komen, zie je dat Timmermans en Yezilgöz hem naar de mond praten. Als twee puistige tienerjongens naar dat onzekere meisje. Ik kijk even naar deze drie omdat ze alle drie een kans maken de grootste te worden.
 
En oh, wat zijn ze bang iets verkeerds te zeggen in zo’n debat. De angst dat je op social media en in de talkshows achtervolgd wordt met een uitglijder als dat je je verkiezingsprogramma niet laat doorrekenen, omdat het CPB “uitrekent wat alles kost”. Arme Caroline. Ze wilde er nog achteraan zeggen dat het CPB namelijk niet altijd vertelt wat het opbrengt, maar toen was ze al weggehoond. Dat zal haar leren om als een gewoon mens te praten.
Het leidt tot gespinde teksten, slimme oneliners, fijne soundbites. Deze keer verpakt in ‘inhoud’ want Pieter wil graag over inhoud praten en onderzoeken hebben opgeleverd dat ook kiezers wel wat meer inhoud willen. Maar echte inhoud krijgen we niet, we zien meer een poging om de zaak vooral niet op de spits te drijven, omdat uit onderzoek ook blijkt dat veel mensen nodeloze polarisatie een beetje zat zijn. Dus zien we nu vooral partijen die steeds maar duidelijk maken waarin ze overeenkomen. In plaats van een ideeënstrijd zien we conflictvermijding en onhandig geflirt.
 
Deze zomer dachten we allemaal nog dat dit wel eens heel interessante verkiezingen zouden kunnen worden. Verkiezingen zonder de eeuwige Rutte, met een geëxplodeerde BBB, met de nog raadselachtige Pieter O. (gaat ie meedoen?), met een nieuwe combinatie op links aangevoerd door een voormalige stemmentrekker met een internationaal profiel, met een gedecimeerd CDA en een zich herhalende PVV.
Er staat bovendien op dit moment zoveel op het spel. Steeds meer mensen beseffen dat het klimaat uit de hand loopt. Oorlogen vragen om een snel sterker Europa. Er is woningnood en ruimtegebrek, armoede, inflatie, personeelstekorten en een overheidsorganisatie die compleet is uitgewoond. Er is wantrouwen en chagrijn in de samenleving.
Ach, iedereen kan van die rijtjes maken. Fundamentele problemen, hele complexe vraagstukken. Eigenlijk zijn het geen problemen, maar problematieken: samenhangende vraagstukken waarvoor geen eenvoudige oplossingen bestaan. En al helemaal geen oplossingen die niet ergens pijn zullen doen. Het zijn symptomen van een manier van denken die op zijn laatste benen loopt. Als het een bedrijf zou zijn, zou niemand er nog een dubbeltje in investeren. Letterlijk hè? Want de Belastingdienst heeft aangekondigd over een paar jaar sommige belastingen niet meer kan innen. We zijn op slopershoogte. Zonder echte vernieuwing is het failliet.
 
Maar wat zien we in de debatten aan verkiezingsretoriek? Een flets spel, een onderhandeling voor de taart gebakken is. Meer aandacht voor de goede verhoudingen, dan voor wat op het spel staat. Dilan Yesilgöz doet gewoon als Rutte: zij gaat “problemen oplossen”. Ze gaat door op de ingeslagen doodlopende weg. Losse incidenten aanpakken, hier en daar wat dekstoelen verzetten op de Titanic. Ontkennen van de betonrot.
Omtzigt is het slachtoffer van zijn succes. Een geweldige dossiervreter met een sterk rechtvaardigheidsgevoel die zijn tanden ergens inzette en nu heilig is verklaard. Het is als in een roman. Een held tegen wil en dank, iemand die de overschrijding van zijn grenzen heeft moeten bekopen met een stevige burn-out en weet dat de volgende op de loer ligt. Maar die nu door het lot moet besluiten of hij premier wil worden. Iets waarvan hij ook wel weet dat hij daar niet geschikt voor is, en dat hij niet wil, maar hij heeft geen alternatief. Dus stelt hij uit en uit en uit. De verlamming van een perfectionist in tijdnood. Ik denk dat hij hoopt niet de grootste te worden en niet hoeft te kiezen.
En dan Timmerfrans. De gepassioneerde politicus, de Macher, de man met statuur en ervaring. Die lijkt geen schim van wie hij was. Het is alsof hij met dat onhandig grote lijf zich in een porseleinkast beweegt. Bang om opnieuw buitenspel te komen staan met links. Wat zou ik hem gunnen om uit de porseleinkast te komen en uit te spreken wat hij echt vindt, waar hij eigenlijk naartoe wil.
 
Waarom hij dat niet doet? We zien nu al tientallen jaren dat de politieke partijen aan marketing doen. Kijken waar gaten in de kiezersmarkt zitten en daar hun verhalen op aanpassen. Idealen zijn ondergeschikt gemaakt aan peilingen en focusgroepen. Politici lopen achter kiezers aan in plaats van omgekeerd. De leerzame uitzondering op dit marketingspel is Pieter Omtzigt. Met een geloofwaardige eigenwijsheid komt hij met een programma en een aanpak die breekt met alle spindoctorslogica en mediatraining. En de kiezer vindt hem een overtuigende en authentieke idealist
 
Stel je nu eens voor dat ook Timmermans, in plaats van volgerschap, leiderschap toont en zijn idealen stevig neerzet. Een visie op de komende vijftien, twintig jaar. Grote lijnen, perspectieven, maar ook het bloed, het zweet en de tranen die samenhangen met echte keuzes. Dat het niet makkelijker wordt, maar eerst moeilijker.
Het is natuurlijk riskant, maar als links een alternatief wil zijn, lukt dat niet door vrienden te maken met Dilan en Pieter. Dat biedt de kiezer geen keuze.
 
Groet, Jaap

Ik onderschatte Wopke

10 oktober 2023


Beste Leike,

Voor de Ambachtsschool schreef ik een blog over het optreden van Wobke Hoekstra in het Europese Parlement. Veel mensen hebben zich er al vrolijk over gemaakt. Ik ook. Het leek zo’n afgang, de manier waarop hij alles van daarvoor verloochende om in de smaak te vallen.

Maar wat als ik het bij het verkeerde eind had en Wopke onderschatte? Wat als Wopke iedereen briljant bij de neus nam. Hoe zou dat eruit kunnen zien?

Stel nu dat de kinderen van Wopke inderdaad wekelijks aan hem vragen hoe het verder moet de met oorlog in Ukraine en het klimaat. Stel dat hij zich realiseert dat hij iets goed te maken heeft. Hij heeft immers zijn partij naar de Filistijnen geholpen, het kabinet en het stikstofbeleid pootje gelicht door zijn handtekening onder het regeerakkoord gewoon weg te halen en heeft een imago als sprekende pop met een platitudegenerator. Stel dat hij denkt dat hij echt iets moet doen dat goed is voor de wereld, of voor zijn kinderen? Een flinke zwiep geven aan het klimaatbeleid van heel Europa? En dat hij daar iets heel slims voor bedenkt.

Hij meldt bij Rutte dat hoewel Kaag natuurlijk voor de hand ligt voor de vrijkomende functie van Eurocommissaris, hij ook kandidaat wil zijn. Hij belt met Weber, de baas van de Europese Christendemocraten en met Ursula von der Leyen. Hij vertelt hen dan hij het Nederlandse stikstofbeleid ook al pootje lichtte en dat hij best bereid is dat ook te doen met de greendeal die Timmermans groot had gemaakt. Die twee vallen wel voor het idee dat een partijgenoot met een gematigd klimaatbeleid in zijn portefeuille hen kan helpen in de komende Europese verkiezingen. Wopke had ook nog even fijntjes gewezen op de dreiging voor de christendemocraten van partijen als de BBB. Die vreet in Nederland ook het CDA leeg en groeit als kool.

Ursula vraagt vervolgens aan Mark Rutte om Wopke voor te dragen. Die voelt daar wel voor doet graag iets terug voor zijn mattie Wopke. Bij de formatie was hij destijds als eerste aan boord en hij zegt altijd dezelfde dingen als hijzelf. En vrienden blijven met Ursula kan geen kwaad. Hij weet nog steeds niet wat ie straks wil gaan doen.

Hier maakt de altijd slimme Mark een redeneerfout. Hij denkt dat Wopke er wel door komt, die zegt toch net als hij altijd goede lege dingen waar je alle kanten mee op kunt?

Dan wordt Wopke gehoord door de klimaatcommissie van het Europese Parlement. Een gewoonte die wij hier niet hebben, bij ons accepteert het parlement ongezien alle ministers als ze maar tot de coalitie horen. Dit is Wopkes kans, de kans voor zijn kinderen, hij weet dat hij een ongroen imago heeft en met een achterstand start. Hij weet ook dat als hij nu opeens enorm draait, zijn ongeloofwaardigheid alleen nog maar toeneemt. Dus het enige wat hij kan doen is om zich groener dan groen te presenteren. Daar kunnen de parlementariërs inhoudelijk niet omheen. Blijft over dat ze hem niet geloven, dat zij denken dat hij het niet kan menen. Dus zorgt hij ervoor dat zijn mondelinge verhoor wordt verlengd met schriftelijke vragen waarop zijn handtekening komt te staan. En die van Ursula, want in deze fase kan zij geen afstand meer nemen van haar kandidaat, dat zou haar een enorm gezichtsverlies opleveren.

Die avond belde Wopke zijn kinderen trots op. ‘Papa heeft ervoor gezorgd dat Europa nog veel verder gaat in zijn klimaatbeleid. Het moest sneaky, maar ja, dat had ik ervoor over dat er voor jullie nog een beetje wereld overblijft. Welterusten.’

Wat denk je Leike, zou ie zo briljant zijn?

Groet, Jaap

Failliet

13 augustus 2023


Beste Leike,

‘Money makes the world go around’ is een van de prachtige liedjes uit de film Cabaret. En zo denken we er vaak ook over. Geld is macht, geld geeft richting, geld maakt gelukkig, geld is een middel om de angst uit te stellen. Als we zeggen dat tijd geld is, bedoelen we dat geld belangrijker is dan tijd.

Maar geld is ook een sociaal construct, een idee dat we als mensen hebben bedacht en dat een sterk bepalend onderdeel is van de wereld die we hebben vormgegeven. Het bepaalt grote delen van onze economie (al blijven andere delen als mantelzorg of huishouden buiten dat construct); het bepaalt onze politiek met koopkrachtplaatjes, diepe zakken en bezuinigingen; het bepaalt onze sociologie zodat we weten dat dubbeltjes zelden kwartjes worden.

Geld is zo belangrijk dat als een bedrijf failliet gaat, we het niet gek vinden dat de medewerkers worden ontslagen (ook als ze er al 40 jaar werken) en veel leveranciers en klanten naar hun geld en gekochte producten kunnen fluiten. Failliet gaan doet pijn, bij alle partijen. We hebben er een faillissementswet voor en we stellen een curator aan die zorgt voor een nette verdeling van die pijn.

Dan de natuur. Dat is al langer dan de mens bestaat een context waar we niet buiten kunnen. Moeder natuur is voorwaarde voor ons bestaan; we maken er onlosmakelijk deel van uit. De natuur is geen bedenksel van ons, het is eerder omgekeerd; wij komen voort uit die natuurlijke omgeving.

Als de natuur failliet gaat is er geen faillisementswet (hoewel dat gaande is met het uitsterven van 69% van de soorten, dat zijn er 1 miljard! Om over het klimaat maar niet te spreken). Niks regelt dat we dan pijn te verdelen hebben. Dus doen we dat niet. Dan vinden we dat boeren moeten kunnen blijven boeren, dat we moeten kunnen blijven barbecueën, hooguit één keer minder vliegen per jaar, blijven winkelen en al die dingen die bijdragen aan de versnelling en verdieping van het faillissement van de natuur.

Dat is gek toch? Dat we het logisch vinden dat bij het faillissement van een bedrijf andere wetten gaan gelden, dat pijn lijden deel is van de onontkoombare mislukking? Maar als de aarde failliet gaat willen we geen pijnlijke consequenties aanvaarden. Ons zelfbedachte geld vinden we belangrijker dan onze moeder natuur. We proberen slimmigheidjes te bedenken om het onontkoombare te kunnen blijven ontkennen. Dat lijkt me dom. Hoe langer we wachten hoe pijnlijker het wordt. De natuur trekt zich niks aan van onze politieke gedoetjes, die stelt niks uit omdat wij er nog niet aan toe zijn.

Er komen verkiezingen aan. Ik stem op een curator, een gezondmaker, geen zachte heelmeester. Laten we hopen dat er nog een doorstart te maken is, op een andere basis.

Groet, Jaap

Wat is het nut van nut?

16 juni 2023


Beste Leike,
 
Weet jij eigenlijk wat het nut is van nut? Die vraag houdt me nu, al varend op een Frans kanaal, al een aantal dagen bezig. Eigenlijk vooral als een vraagstuk van logica. Het is een paradoxale vraag omdat je …. omdat ….
…. en dat krijg ik dan eigenlijk alsmaar niet uitgelegd aan mezelf.
 
Er zit natuurlijk een interessante inhoudelijke kant aan het denken in termen van nut. Omdat nut zo’n vanzelfsprekend positief iets is. Het woordenboek zegt: ‘gunstig effect van een dienst, voordeel of bruikbaarheid’. Ik word er niet veel wijzer van. Misschien heeft die inhoudelijke onbepaaldheid van het begrip ook wel te maken met mijn verwarring over de taallogica.
 
Toen las ik vanmorgen in de krant over een onderzoek van Jolien Dopmeijer van het Trimbos Instituut. Zij deed onderzoek naar de tijdsbesteding van studenten en had ontdekt dat studenten geen tijd meer hadden om te lummelen. Naast hun studie, baantjes, sport, een sociaal leven en wat al niet meer, was daar geen tijd meer voor. Maar zonder af en toe te niksen nemen spanning en stress toe. De boog staat altijd gespannen.
 
Weer een paradox: Als je niet lummelt raak je gestresst, overspannen, burn out en depressief. Lummelen is dus heel erg nuttig! Het houdt je gezond. Maar lummelen, lees ik in het woordenboek, is het doen van onnuttige dingen. Nuttige nutteloosheid.
 
Is dat in organisaties anders? Ik denk het niet. In onze versnellingsmaatschappij proberen we voortdurend de productie te verhogen. Door te denken in targets, passie, excelleren, ambities, intrinsieke motivatie, kwartaalrapportages zorgen we dat er voortdurend keihard gewerkt wordt. Alle lummelen hebben we uit het systeem geperst.
 
Onze bootreis is een mooie aanleiding de serie Mad Men nog een terug te kijken. Supersnelle reclamejongens (en hier en daar een eerste meisje) denken daarin na over hoe je producten aan de man brengt (of aan de vrouw, al is het denken van de reclamemannen vooral gericht op de man van die vrouw, die het -als hoofd van het gezin- immers het beste weet en over het geld gaat). En wat die reclamemannen doen op Madison Avenue is heel veel sterke drank drinken en met grote regelmaat languit liggen op de bank op hun kamer om geïnspireerd te raken of uit te rusten. Het lijkt verdacht veel op lummelen.
Met onze ogen van nu lijkt het gedrag van die reclamemannen op de kantjes eraf lopen, op lamlendig tijd verkwisten. Het is natuurlijk fictie, een zedenschets, maar ik vermoed dat Mad Men wel iets raakt van die wereld in die tijd. Een tijd en een cultuur waarin men wist dat creativiteit gedijt in reflectie, meligheid, hardop denken, knutselen een aankloten om dan toe te werken naar een moment waarin een topprestatie moet worden geleverd bij de presentatie aan de klant. Een mooie afwisseling van hard werken en nikserigheid.
 
Ik weet nu pas waarom die startvraag over het nut van nut zo ingewikkeld is. Het overdenken van het nut van nut is een nuttige activiteit omdat nutteloosheid wel eens heel nuttig kan zijn.
 
Groet, Jaap

Madrid

28 mei 2023


Beste Jaap,

 

Vorig jaar woonde ik een maand in Rome. Dit jaar een maand in Madrid. Een maand die voorbijgevlogen is. Zo reis je er naartoe en zo zit je een maand later, met zicht op de flamingo’s van de Camargue in de trein terug naar huis.

 

Madrid is een stad in laagjes. Je moet eigenlijk drie of vier keer op dezelfde plek geweest zijn om de stad echt goed te kennen. Het meest toegankelijke laagje ontdek je flanerend en in de barretjes, kroegen en restaurants. De Madrileen heeft altijd iets te vieren en als er niets te vieren valt dan is er altijd nog het moment van flaneren en wat drinken aan het eind van de middag en begin van de avond. Iedereen gaat rond 18 uur aan de wandel. Met zijn oma, zijn vrienden, zijn gezin. Nooit alleen, dat is gek. Je flaneert samen, kletsend, arm in arm, etalage kijken, ergens een drankje doen, hapje erbij. Is het feest – en daar hebben ze er heel veel van in Madrid, ze vieren echt alles – dan zet de stad er de grote straten voor af. Kun je lekker langs het Prado schrijden zonder last te hebben van auto’s.

 

Wat je op diezelfde plekken door de flaneerdrukte niet zo goed ziet, is de grandeur van Madrid. Die zit ook niet op de begane grond, maar wordt zichtbaar vanaf de eerste verdieping. De achttiende en negentiende -eeuwse stadspaleizen en appartementen, vol krullerige versiering. De vroeg-twintigste -eeuwse stoere gebouwen. Als je ’s morgens vroeg aan de wandel gaat, kun je je voorstellen wat een chique en vooraanstaande Madrid geweest moet zijn in die eeuwen.

 

Natuurlijk ging ik ook op zoek naar oudere tijden. Tachtig jaar zijn we in de zestiende en zeventiende eeuw in oorlog geweest met die Spanjaarden. Madrid was toen net hoofdstad geworden. Bestond eigenlijk vooral uit het hof. De stad was nog klein en nietszeggend. Vind je die oorlog terug? De Spaanse hoofrolspelers wel. Er is een Calle de Duque de Alba. En daar is een koffiezaakje dat Pasteleria del Duque heet. Een van mijn favoriete stekjes. Elke keer maakte ik excuses aan Willem van Oranje, dat ik koffie ging drinken in een zaak die de naam van zijn vijand droeg. Maar dat is het dan ook wel ongeveer. We waren een peuter die tachtig jaar boos was, ergens ver weg.

 

Da’s anders als het om kunst gaat. Die Spaanse Nederlanden hebben het Spaanse hof veel kunstwerken geleverd. In het Prado is ‘onze’ Jeroen Bosch de Spaanse El Bosco. Een Spaanse schilder. Huh? Ja, want toen hij schilderde, waren de Nederlanden de Spaanse Nederlanden, dus hij een Spanjaard.

 

Madrid wordt nog weer anders als je de recente geschiedenis probeert te vinden. In het Casa de Campo is in de burgeroorlog heftig gevochten, nu is het een lommerrijk stadspark. De dictatuur van Franco: alle verwijzingen zijn verdwenen. Er is de Guernica, oorlogsgruwel uitgedrukt in kunst. En bij de Vallei der gevallenen wordt heel hard zichtbaar hoe schoonheid en leed, kracht en onderdrukking, eren en foute verering bij elkaar komen.

 

Tot slot de laag die zichtbaar wordt als je er een maand bent. Een beetje onderdeel zijn van de vaste routines in je buurt. De vuilcontainer die elke avond gebracht wordt en elke ochtend weer opgehaald. Het schrobben van de stoepjes (mannen hebben er de bijzondere gewoonte om allemaal tegen de muur te plassen). Het is ook het laagje waar je na een maand een beetje onderdeel van wordt. Even hoofdschuddend met je buurvrouw mopperen op die pissende mannen, naar je favoriete koffietentje waar ze je kennen en je meteen je vaste bestelling voorzetten, de meneer van het winkeltje achter het Prado groeten die je verder helemaal niet kent. Het saaiste leven dat er is, en tegelijkertijd precies dat wat de stad een stad maakt achter al die andere laagjes.

 

Wat is het toch bijzonder dat je in een vreemde stad door die andere laagjes bij dat gewone leven terecht komt, terwijl je thuis je gewone leven leeft en af en toe vergeet om ook die andere laagjes eens te aanschouwen. Dat ga ik thuis maar eens wat meer doen.

 

Groet, Leike

Lange tijdlijnen

17 mei 2023


Beste Jaap,
 
Als je jong bent is de toekomst van jou, maar je overziet alleen het nu. Als je ouder wordt, is de wereld steeds minder van jou, maar je begrijpt hem wel beter omdat je langer terug kunt kijken.
 
Is wat je schetst in je laatste brief niet ook een beetje de wijsheid die ontstaat als je lange tijdlijnen kunt zien? Natuurlijk, het is jouw persoonlijke inzicht en hoe dat in de tijd verschoven is. Maar het is ook het verhaal van een ontwikkeling in de tijd. Een beweging waarvan nu de tragiek zichtbaar wordt. Een trage ontwikkeling met een soort varkenscyclus[1], waarbij te laat gereageerd wordt op een effect dat we zagen aankomen. Het is een van Peter Senges archetypes van niet-leren in werking: door de tijd die er tussen een maatregel en het effect ervan zit, zien we het effect te laat. En het is het menselijk tekort van het niet overzien van tijdseffecten.
 
Een menselijke valkuil die we bovendien versterkt wordt door hoe we met tijd omgaan in het oplossen van vraagstukken. De politiek zoekt voor heel complexe vraagstukken heel kortetermijn oplossingen. De kamer wil snel antwoord en snel resultaat en de regering belooft dat ook (zonder het echt waar te kunnen maken overigens). Ook in organisaties is de langste tijdlijn vaak het vierjarig beleidsplan. Daarbinnen organiseren we op korte, meetbare en planbare tijdlijnen. Niet heel vreemd als je in ogenschouw neemt hoe snel alles gaat. Vandaag is morgen alweer een achterhaald gisteren.
 
En dan leven we – volgens Hartmut Rosa althans – ook nog eens in tijden van maatschappelijke versnelling: “Maatschappelijke versnelling kan worden gedefinieerd als de toename van de vervalsnelheid van de betrouwbaarheid van ervaringen en verwachtingen en als de verkorting van het heden in bepaalde tijdvakken.” Hij beschrijft prachtig hoe het verloop van de tijd voor onze grootouders anders was dan voor ons. Waren vroeger sommige gebeurtenissen generationele gebeurtenissen, nu maak je zulke gebeurtenissen een paar keer per generatie mee.
 
In de film die Nora Bateson, de dochter van Gregory Bateson, over haar vader maakte zit een fragment van iemand die vertelt hoe werken met een langer toekomstzichtveld werkt. Hij schetst hoe op een van de Engelse universiteiten, een balk in zo’n Harry Potter-achtige eetzaal zodanig verrot raakte dat hij niet meer te repareren was. Er moest een andere balk komen. Maar ja, waar haal je zo’n enorme balk vandaan? Natuurlijk heeft zo’n Engelse universiteit ook een eigen bos, dus de conciërge trok naar de boswachter. Wellicht had die een boom van die omvang? En inderdaad, de boswachter had de conciërge al verwacht. Ze hadden toen de boom voor de huidige balk gekapt was al een andere geplant, wetend dat na ongeveer x jaar die nodig zou zijn ter vervangen van de balk. Da’s nog eens anders met tijd omgaan.
 
Ik gun jou een heerlijke trage tijd op je bootje en ons allen langere tijdlijnen, terugkijkend om van te leren en tijdig effecten te signaleren, vooruitkijkend om te zorgen dat we wijzere besluiten nemen over complexe vraagstukken. Die versnelling van Rosa hoeven we misschien niet uit, maar misschien moeten we inbouwen dat we naar complexe vraagstukken kijken met een blik waarin verleden, heden en toekomst op een lange lijn met elkaar verbonden zijn.
 
Groet, Leike

[1] De varkenscyclus is een verschijnsel in de economie. Overschotten en tekorten wisselen elkaar af, omdat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt, is de prijs omgeslagen.

Vestingstadjes

11 mei 2023


Beste Leike,
 
Zoals je weet varen nu we met onze boot door Nederland. Zomerpensionado had ik mezelf genoemd, maar het blijft maar nat en koud. We varen met een konvooi van vergelijkbare jongbejaarde jachtjes van Grou naar Antwerpen en we passeerden inmiddels onder meer Blokzijl, Elburg, Naarden, Wijk bij Duurstede, Heusden en Willemstad. Allemaal mooie oude stadjes aan het water.
 
Ondanks de kou is het ruikbaar lente. Het bloeien van het koolzaad en fluitenkruid, de geuren van sering en meidoorn en de zang van talloze vogels die hun territorium de hele dag door blijven bewaken. Slaperige niets-aan-de-hand-stadjes met aardige mensen en eindeloos veel mooie monumenten. De vrede is overweldigend.
 
Ondertussen houdt Poetin een oorlogszuchtige 9 mei-toespraak, bezoekt Zelenski Nederland, keert correspondent Iris de Graaf niet terug naar Moskou vanwege het risico daar opgepakt te worden, en horen we speculaties over de start van een Oekraïens offensief. Het is daar echt oorlog en het is nog lang niet voorbij. En daar is toch ook een beetje hier.
 
In 1973 ging ik in dienst op de dag de een militaire junta president Allende van Chili afzette en de macht greep. Die daad verdiepte mijn weerzin tegen het leger waar ik deel van zou gaan uitmaken. Ik was een uitgesproken lid van de generatie die zich verzette tegen het ‘militair-industrieel complex’: tegen de oorlog in Vietnam, tegen oorlog in het algemeen. Wij grossierden in teksten als ‘Maak het leger leger’ en ‘Fighting for peace is like fucking for virginity’. Ik was actief in de soldatenvakbond VVDM en ondermijning van de krijgstucht was een hobby van ons langharig tuig. Eigenlijk had ik moeten dienstweigeren, maar de verhalen over de procedure die je moest doorlopen hadden me afgeschrikt en ik vond het ook maar raar dat me niet gewoon gevraagd werd of ik al dan niet in dienst wilde. Ik moet in de ogen van menig leidinggevende een enorme eikel zijn geweest… en dat vond ik dan een compliment.
 
Dat pacifisme van me heeft jarenlang geduurd. De defensiebegroting leek me bij ongeveer ieder politiek probleem een mooie bron om geld vandaan te halen en ik geloofde echt dat het voeren van oorlog iets van vroeger was, van onbeschaafder tijden.
 
Sinds een paar jaar ben ik behoorlijk van mening veranderd. Ik vermoed dat het Trump was dat me echt deed voelen dat beschaving geen lineair proces is. Dat lompheid, machtswellust en bekrompenheid gewoon weer terug aan de macht kunnen komen. Dat politiek in Nederland niet een soort miniatuurversie is van wereldpolitiek, maar dat de globale politiek echt om eigenbelang draait en dat alle middelen daarbij geoorloofd zijn. Opeens ben ik voorstander van vergroting van de defensiebegroting, zie ik het nut van een sterk en geoefend leger en heb ik respect voor de sterren en strepen die ik voorheen als een variant op carnaval zag.
En ik niet alleen. Wat kan verandering toch snel gaan, ook de verandering in de publieke opinie. En oh, wat zal het lastig zijn het leger op te bouwen na zoveel jaren verwaarlozing en roofbouw.
 
Al die vestigstadjes vertellen me de geschiedenis. Want al die mooie stadjes aan het water zijn ook stevig ommuurd. Sommige, zoals Willemstad waarvanuit ik je nu schrijf, met heel goed bewaarde vestingen, bastions, kanonnen en bordjes waarop je kunt lezen hoe de verdediging van hele landsdelen zou moeten plaatsvinden. Blijkbaar is zelfverdediging een stevige hoeksteen voor onze vrede. Wat kan idealisme je toch soms op het verkeerde been zetten.
 
Groet, Jaap

Civilisatieproces

19 april 2023


Beste Jaap,
 
Knap dat je je uitspreekt over het gemak waarmee gevlogen wordt en de onmacht die dat bij jou teweegbrengt. Tegelijkertijd heb ik ook wel een beetje te doen met Wim. Best een ongemakkelijke situatie waar jullie samen inzaten. Jammer dat jullie er niet meer over doorgesproken hebben, want misschien doet Wim wel heel veel andere dingen om de schade die we op dit moment aan onze wereld toebrengen teniet te doen. (Een mens mag hopen, toch?) Wellicht kwamen jullie zelfs tot de conclusie dat jullie allebei best een stevige voetstap hebben, maar dat jullie die op verschillende manieren samenstellen. (Een mens mag realistisch zijn, toch?)
 
Je schetst een prachtige eenakter van het ongemak waar we in zitten. Ik moest meteen denken aan Norbert Elias. Hij analyseerde veranderende gedragsnormen in de Middeleeuwen en beschrijft hoe die verandering bestaat uit een sociaal en psychisch interactieproces tussen groepen mensen. Hij noemt dat proces het civilisatieproces.
Met civilisatie bedoelt Elias overigens niet beschaving; het gaat niet om beschaafde mensen die onbeschaafde mensen mores leren, maar het proces waarmee in samenlevingen de mores veranderen.
Ok, bij Elias ging het over je neus niet meer in het tafelkleed snuiten en een vork leren gebruiken. Klein bier vergeleken met waar we nu voor staan. Maar het proces is nog steeds actueel volgens mij.
 
Zo’n civilisatieproces verloopt stapsgewijs, start met een groep wiens context verandert (hovelingen in Elias’ analyse van het civilisatieproces in de Middeleeuwen) en die zich hieraan aanpast (bij Elias het ontstaan van hoofse omgangsvormen omdat er niet meer voortdurend gevochten hoeft te worden). Andere groepen in de maatschappij spiegelen zich hieraan, beginnen hun eigen gedrag ongepast te vinden en passen zich na verloop van tijd aan. Iets wat we op dit moment in onze samenleving volop zien gebeuren.
 
Elias tekende natuurlijk geen dialogen op, maar ik stel mij zo voor dat er ook toen sprake was van soortgelijke gesprekjes als tussen jou en Wim. Dat een van de hovelingen zijn kleine (bastaard)broertje, dat niet aan het hof woont maar op bezoek is, corrigeert als hij een scheet laat in gezelschap en hem uitlegt dat dat echt niet meer kan. Dat dat broertje ermee verlegen zit, en toch ook maar wat voorzichtiger wordt en zo zelf een van de verspreiders wordt van de nieuwe gewoonte (in plaats van de verspreider van bepaalde luchten).
 
Jij schrijft dat zo’n gesprek in deze individualistische maatschappij lastig is, want wat heb jij te zeggen over de ander? Als je zo’n gesprek ziet als iets tussen twee individuen klopt dat. Maar je kunt die gesprekken ook zien als vehikel voor het steeds doorgaande civilisatieproces van onze samenleving. Als je jullie even niet als twee ikken ziet, maar als twee stemmen die uitdrukking geven aan de sociale bedding waar ze onderdeel van zijn en de schuring die zich daarin voordoet, dan hebben jullie een civilisatiegesprek gevoerd.
 
Ik denk dat we deze gesprekken nodig hebben. Niet om te vertellen wat de ander moet doen, maar om daar waar het schuurt taal te geven aan de veranderende omstandigheden en wat dat van ons vraagt. Een-op-een veranderen zal het niet, want ieder heeft een individuele keuze. Maar alle gesprekken met elkaar vormen civilisatie. We zijn een beschaafd land maar het proces van civiliseren is wat we harder nodig hebben dan ooit.
 
Groet, Leike

Veranderkunde voor burgers

10 april 2023


Beste Leike,

Je weet dat ik graag golf. Sinds dit jaar zijn we met ons competitieteam verhuisd van de zondag naar de vrijdag. Een competitiewedstrijd is een wedstrijd van twee teams tegen elkaar; eerst in tweetallen 9 holes, dan single over 18 holes. In zo’n single speel je al gauw 4,5 uur tegen een wildvreemde. Je slaat niet alleen tegen je balletje terwijl je je kilometers loopt, je raakt ook in gesprek met elkaar. Je probeert natuurlijk beter te spelen dan je tegenstander, maar al pratend probeer je het ook een beetje leuk te hebben en zoek je naar gemeenschappelijke interesses.
Ik speelde tegen Wim. Een aardige man die uit de marketing kwam en jaren in de retail had geadviseerd. Ik begon met een snelle voorsprong, maar nadat we geconstateerd hadden dat ik mijn dag wel had en hij zeker niet, draaide de kansen en liep hij steeds meer in. Je moet nooit denken dat je lekker bezig bent met golf, reflectie haalt je uit de flow! Spelen moet je, niet denken.
We speelden in Rotterdam en regelmatig kwamen vakantievluchten over, vliegend op Zestienhoven of hoe dat tegenwoordig heet. Op zeker moment vertelde Wim dat hij over enkele dagen daarvandaan naar Zuid-Spanje zou vliegen voor een paar dagen zon.
 
Toen kwam er kortsluiting in mijn hoofd. Ik kreeg een paar dagen ervoor een uitgebreid uittreksel van het Klimaatboek van Greta Thunberg met citaten en overstelpend veel feiten. Onze leefwereld/klimaat gaat in hoog tempo naar de gallemiezen, de bewijzen stapelen zich torenhoog op. Tal van kantelmomenten hebben de ellende onomkeerbaar gemaakt. Wetenschappers hebben, in hun zorg om nooit van overdrijving beschuldigd te kunnen worden, altijd de zaken minder alarmistisch verwoord dan waar eigenlijk aanleiding voor was. We weten nu echt, het gaat gierend mis, de nood is hoog, er is alle aanleiding voor heel fors ingrijpen.
 
Dat activeerde zich allemaal in mijn hoofd toen Wim zei dat ie voor een paar daagjes naar de zon zou vliegen. Ik hield me niet meer in.
“Wim, ik leer je kennen als een slimme, aardige man. Iemand die nadenkt over hoe het verder moet, iemand die verantwoordelijkheid neemt. En dan vertel je me dat je voor zoiets gaat vliegen? Ik moet me hier natuurlijk helemaal niet mee bemoeien, het is mijn zaak niet, excuses daarvoor, maar ik snap het gewoon niet. Hoe kan je dit nou doen?”
Tja, wat moest hij hier nu op zeggen? Ik bracht hem duidelijk in verlegenheid. Dat was niet mijn bedoeling, maar het ontsnapte me toch. “Na afloop wil ik er graag met je over praten, Jaap, nu wil ik me nog even op mijn spel concentreren, is dat ok?”
 
Eenmaal in het clubhuis kwam het niet meer van dat gesprek. We kwamen ieder weer in ons eigen team terecht en we spraken elkaar niet meer. Bij het vertrek bedankten we elkaar voor de gezellige en leuke ronde, dat was echt meer dan beleefdheid, en gingen we ieder ons weegs. Ik denk dat hij er nog wel eens aan terugdenkt. Ik ook.
Achteraf voelt het zinnetje dat ik zelf uitsprak – “Het is mijn zaak niet” – ongerijmd. Ik vraag me af of dat waar is en zelfs of het eerlijk is dat te zeggen. Zijn gedrag raakt natuurlijk mijn klimaat (en dat van mijn kinderen) wel degelijk. Daar komen ook mijn emoties vandaan.
Het is mijn zaak wél!
Maar we leven in een individualiserende tijd waarin het not done is om je met de keuzes van de ander te bemoeien. Ik denk dat dat toch moet als we niet ten onder willen gaan.

Moeilijk!
 
Met bezorgde groet, Jaap

Chernobyl

20 maart 2023


Beste Leike,
 
Herinner je je Chernobyl nog? Die ramp met die kerncentrale in de USSR die maakte dat we tijden geen spinazie en paddenstoelen konden eten vanwege de fall-out? En de wereldwijde bezorgdheid over de slachtoffers, de aantasting van de natuur en de mogelijke genetische effecten op volgende generaties?
Er is een waanzinnig knap gemaakte serie op HBO te zien, alsof je er zelf bij bent. Dramatisch, maar ook documentaire-achtig. En vol lessen over bestuur en management.
 
Het begint als er een enorme dreun klinkt. In de controlroom rijst direct de vraag wat er aan de hand is. De chef daar weet zeker dat het een explosie van een waterketel moet zijn geweest. Dat is het enige dat kan ontploffen als de druk te groot wordt. Gaandeweg komen er mensen de controlroom inrennen die vertellen dat het de reactor zelf is. Hun gezichten zijn onnatuurlijk rood en een enkeling vertoont brandwonden.
Ondanks deze getuigenverslagen, houdt de chef vast aan zijn eigen analyse. Dat een reactorkern kan exploderen is theoretisch gewoon niet mogelijk. Bovendien, de enige meting van de straling was niet verontrustend hoog. Maar het feit  dat de meting het maximum op de meter was, wordt daarbij genegeerd.
 
Daarna zie je het drama van het gesloten referentiekader zich ontvouwen. Medewerkers die twijfelen of tegenspreken worden aan de kant gezet of krijgen de taak dicht bij de reactor te zorgen dat de koeling op orde blijft, er was immers een waterketel ontploft. Het idee van in control zijn blijkt niet alleen een verlangen, maar ook een waan.
 
Het patroon van ontkenning herhaalt zich als het lokale politbureau wordt geïnformeerd en – nog weer later – een hoog gezelschap onder leiding van Gorbatsjov. De theoretische verklaring wint het van het doen van onderzoek of van benutten van signalen van de werkvloer. De behoefte aan geruststelling en control is sterker dan de moed het ongemak op te zoeken.
 
Er komt pas verandering in de probleemanalyse als een wetenschapper aan tafel van de partijleiding wordt geroepen die specialist is op dit type kerncentrales. Hij krijgt wel instructies mee: “Denk erom, spreek alleen als je wat gevraagd wordt en geef alleen je mening over de techniek van de centrale, bemoei je niet met het beleid.”
Tijdens de vergadering wordt hem niets gevraagd, de conclusies waren immers al getrokken. Maar hij kan zich -als de vergadering gesloten wordt- niet inhouden en geeft opgewonden aan dat ze het verkeerd zien en dat er een grote ramp gaande is. Gorbatsjov is aanvankelijk geïrriteerd, maar luistert toch. Er wordt een hoge partijfunctionaris met de wetenschapper naar het gebied gestuurd om onderzoek te doen.
 
In en rond de centrale is inmiddels sprake van complete paniek, een overbelast ziekenhuis, autoriteiten die de weg kwijt zijn en burgers die nietsvermoedend naar het spectaculaire vuurwerk kijken.
 
Ik vertel het zo uitgebreid omdat het verloop van de gebeurtenissen zo mooi laat zien hoe ideologie en theorie het zicht op wat er feitelijk gebeurt volledig kan blokkeren. Je hoort de partijbonzen bijna uitroepen “Don’t confuse me with facts”. De signalen die tegenspreken wat er in de (partij)boekjes staat worden genegeerd of ontkend.
Natuurlijk paste dit ook erg bij hoe de Sovjetunie functioneert.  Maar laten we zelf ook niet in de valkuil trappen van overtuigingen die ons het zicht op de werkelijkheid ontnemen. Ook de Sovjets dachten dat ze superieur waren. Je zag het namelijk ook destijds bij het verhoor over de bankencrisis bij oud-voorzitter van de Amerikaanse bank Alan Greenspan. Hij was ervan overtuigd dat zo’n crisis onmogelijk was. Hij dacht dat hij het neo-liberalisme een neutrale en onfeilbare wetenschap was. Hij gaf toe feiten en geloof te hebben verward. En weet je nog recent de film ‘don’t look up’ waarin wetenschappers tevergeefs waarschuwen voor een naderende komeet? Dichter bij huis zien we hoe de ramp in Groningen zich zonder voeling met wat zich werkelijk afspeelde, kon ontvouwen.
 
Als we onze ogen sluiten voor de ideologische kant van onze overtuigingen, of de theorie die we gebruiken, dan ligt ‘wishful thinking’ al snel op de loer. Dan merken we niet dat onze veronderstellingen niet meer zijn dan veronderstellingen. Dan vergeten we te kijken naar de praktijk of we ontkennen signalen uit die praktijk die onze overtuigingen weerspreken. Al is het maar omdat die praktijk ons laat zien dat we niet slim bezig zijn.
 
Ik ben dol op theorie en op idealen, Leike, maar wil je me beloven dat je me waarschuwt als ik ze ga verwarren met de werkelijkheid?
 
Groet, Jaap

Organisatievragen