Met enige onregelmatigheid schrijven Leike en Jaap elkaar een dialoogblog over het vak en de wereld. Daar kun je je op abonneren, dan krijg je bij iedere nieuwe blogpost een melding. Ook heel leuk vinden we het als je je ermee bemoeit en een eigen bijdrage levert. Naar een specifieke blogpost zoeken of neuzen door alle titels kan in het blog overzicht.

Zomergast Marleen Stikker

17 augustus 2018


Beste Leike,
 
Heb jij Marleen Stikker als ‘Zomergast’ gezien? Ik was er blij mee, interessante dame en prachtfragmenten!
Ik begon met een beetje scepsis te kijken. Eerder had ik Romana Vreede na een uurtje uitgezet omdat ik het gevoel kreeg dat ze alles acteerde, dat ze gewoon niet anders kon, zelfs als ze het wilde. Het werd me daarom te gepolijst, te perfect. Zij heeft natuurlijk geleerd om zich zo uit te drukken dat je het achter in een grote zaal ook nog ziet, maar met een camera op twee meter afstand vond ik het gewoon te veel.
De week erna was Louis van Gaal. Die wilde alleen maar over zichzelf vertellen, vindt zichzelf een heel bijzondere man. En passant liet hij bovendien zien wat een detaillist hij is; als de interviewer iets zei dat niet helemaal correct was, werd zij steeds verbeterd. Ongeacht de vraag of dat ook relevant was. Het kwam maar niet tot iets wat lijkt op dialoog. En dan liet Van Gaal ook nog fragmenten zien van films of programma’s die hij niet eens helemaal gezien had. Dat vond deze zelffeliciteerder niet noodzakelijk voor het illustreren van zijn tegeltjeswijsheden. Het leek me wel congruent om hem niet uit te kijken en er toch een mening over te hebben.
Dus toen Marleen Stikker afgelopen zondag uit de startblokken kwam, hield ik mijn hart vast. Ze was overduidelijk zenuwachtig, loensde een beetje waardoor je niet goed wist waar ze nu naar keek en ze was in aanvang nogal stuurs. Er kon in het begin geen glimlach af….

En toen kwamen de fragmenten! Stuk voor stuk prachtige illustraties voor haar enorm genuanceerd kritische en eigenzinnige denken. Je zag dat Janine Abbring er ook steeds meer zin in kreeg en er ontstond een Zomergasten zoals het bedoeld is: een boeiende gast die beelden laat zien die indruk maken, en dan ook nog in samenhang. En een spannend onderzoekend gesprek.
Marleen Stikker nam me ook voor zich in omdat ze Robert Musils De man zonder eigenschappen gelezen had. Het prachtboek waarin Musil laat zien dat werkelijkheidszin nuttig is, maar dat mogelijkheidszin enorme ruimte biedt. Dit inzicht hielp ons om in Onomkeerbaar de werkelijke wereld en de wenselijke wereld te verbinden door de mogelijke wereld.
Ook Stikker noemt zich een mogelijkhedenmens. Realistische analyses over wat er allemaal niet deugt, maar ook steeds ideeën over hoe je het toch weer beter kunt maken.
Het meeste indruk op mij, maakte een documentaire van Adam Curtis. Je zag een zaaltje waar mensen met een apparaatje een groen of rood signaal konden geven. Met dat signaal beïnvloedde je het spelletje ‘Pong’. Je weet wel, een soort primitief tennis met een balletje dat op en neer springt tussen twee bewegende schuiven. Met rood bewoog de schuif omhoog en met groen omlaag. Gaandeweg leerde de zaal hoe ze samen de schuiven zo konden bedienen dat ze als collectief het spel konden spelen. Ze leerden dit zonder overleg, puur door het te proberen, learning by doing.
De pioniers van Silicon Valley trokken hieruit de conclusie dat individuen door middel van internet konden komen tot een hiërarchieloze samenleving. Als het individu maar in contact met anderen staat en zo feedback op zijn eigen handelen krijgt, krijg je vanzelf optimale collectieve resultaten. Het sloot aan op het in Amerika zo populaire denken van Ayn Rand die egoïsme als deugd ziet en compassie als zwakte[1]. Zo paste het ook perfect in de neoliberale agenda waarin de markt het ordenend principe is voor de relaties tussen de individuen, die immers allen vooral op eigenbelang uit zijn.
Marleen Stikker laat mooi zien dat je het experiment ook heel anders kunt uitleggen. De mensen in de zaal werken samen, ze stemmen hun gedrag op elkaar af, ze leren van elkaar. Zo spelen ze een onbaatzuchtig spel. We zijn dus juist sociale wezens die met elkaar dingen mogelijk maken. Niet als individu, maar in relatie met elkaar. En waarschijnlijk snappen we nog niet half hoe we ons, met onder meer spiegelneuronen, voortdurend op elkaar afstemmen. Dat doen we voor een deel door te institutionaliseren: het geleerde verankeren in toekomstig handelen. Maar ook door rollen te verdelen en afspraken te maken. Door ruzie te maken en grenzen te stellen. Neem nu een organisatie, dat is toch heel veel meer dan een serie losse individuen?
 
Groet, Jaap

 [1] Nog even een voetnoot over Ayn Rand:  In The Virtue of Selfishness schrijft ze: “Als mensen dingen als vriendschap en familiebanden boven hun eigen productieve werk stellen, ja, dan zijn ze immoreel. Vriendschap, familieleven en menselijke relaties zijn niet primair in een mensenleven. Een man die anderen voorrang geeft, boven zijn eigen creatieve werk, is een emotionele parasiet.”

 

Heimwee

13 augustus 2018


Beste Jaap,

Vandaag schreef ik aan ons nieuwe boek over onmacht. Ik schreef over verandering van systeemregimes, hoe ingewikkeld dat verloopt en hoeveel onmacht dat met zich meebrengt. Op twee manieren. Het bestaande regime en de overtuigingen en waarden die daarbij horen, komt onder druk te staan door de ontwikkeling van een nieuw regime. We moeten loslaten wat vertrouwd voor ons was. Tegelijkertijd, het nieuwe regime is nog broos en vooral een idee en moet zich nog ontwikkelen en krijgt dus (nog) niet veel ruimte. Maar we weten helemaal nog niet hoe dat nieuwe moet, dat moeten we nog ontdekken.

Kortom, onmacht naar twee kanten.

 

Ik heb flink op die tekst zitten puzzelen. Het was best een klusje om dat goed op te schrijven. Dus eind van de middag mocht ik lekker buizen. Ik viel in een aflevering van Anthony Bourdains Parts unknown. Wellicht ken je hem niet, maar Bourdain was (hij is onlangs overleden) een beetje ruige, onaangepaste chefkok die over de wereld reisde om de culinaire wereld in andere landen zichtbaar te maken. Niet de mooie kant, maar de ruige kant. Heel mooie serie.

Het was de aflevering dat hij samen met Obama in Hanoi een kom noodles eet. Samen in een stalletje, met een biertje, kletsend over Vietman, reizen, eten en de wereld.

 

Ach, wat had ik toen ineens heimwee naar deze Amerikaanse president! Wat een toegankelijke man! Wat een gemak om zich in werelden te begeven die anders zijn dan Amerika (logisch ook wel als je woonde in onder andere Indonesië en Kenia). Wat een vermogen om te verbinden met verschillende mensen, om belangstellend te zijn en jezelf niet te groot te maken. Ik zat serieus met tranen in mijn ogen.

Ineens voelde ik in mezelf die onmacht van een regimeverandering. De wens om wat er was te houden. Ik wil het niet, dat nieuwe ‘ik ben de machtigste en de sterkste dus ze moeten me bewonderen en ik leg hen mijn wil op’-regime. Ik voel me onmachtig als ik zie wat er door dat gedrag in de wereld gebeurt, hoe leiders met zo’n houding op het podium gehesen worden alsof het normaal is, hoe in Europa gezocht wordt hoe hierop te antwoorden. Ik word boos als ik zie dat extreemrechts achter het Witte Huis demonstreert alsof ze door de president zelf gelegitimeerd zijn. Ik wil het niet.

 

Ik weet heus wel dat ik me ertoe zal moeten verhouden. Het is een regime dat in onze samenleving al aanwezig was, maar dat dankzij Trump nu aan kracht gewonnen heeft en wint, dat is nou eenmaal zo. Jij zei het in jouw brief al toen je schreef dat alles een transactie aan het worden is. Maar mag ik het oude regime terug? Het regime van met elkaar praten, je realiseren dat we in de wereld spanningen op moeten lossen door te praten, door de hand te reiken en toenadering te zoeken? Mag dat?

Maar het kan niet hè? Je kop in het zand steken is geen oplossing.

 

Ik vind het interessant en schrijnend om te zien hoe de hele wereld zoekt wat een goede manier van reageren is, wat je aan tegenkracht kunt organiseren en hoe je moet meebewegen. Het zijn interessante tijden. Maar ook tijden van onmacht. De antwoorden op dit machtsvertoon zijn er nog niet, er moet nog worden uitgevonden wat werkt. Er moet nog worden gezocht naar wat behouden kan worden uit het vorige regime.

 

De onmacht over wat er nu gebeurt zal wel afnemen naarmate de wereld  beter begrijpt hoe hier tegenwicht aan te geven. Maar toch, mag dat oude regime behouden blijven? Ik vind de wereld die daarbij hoort leuker. En die president die daarbij hoorde ook.

 

Groet, Leike

 

 

Zomer

8 augustus 2018


Beste Jaap,

De mussen vallen dood van het dak, zo warm is het op dit moment. Ik ben vrij. Wat een enorm pluspunt is bij deze hitte. Want van heel veel komt het op dit moment niet.

’s Morgens zit ik lekker in de schaduw in de tuin, oogst de rijpe vijgen, kijk hoe elke dag de druiven blauwer worden en hoe de blauwe druif nog steeds bloeit. Die warmte heeft zijn voordelen.

 

Mijn bramen pluk ik niet. Die zijn het domein van de vogels. Met name een jonge Vlaamse gaai heeft er de zang op. Gaaien zijn rovers. Rotbeesten eigenlijk, die niet aarzelen om de cake van je bord te jatten als je buiten koffie drinkt. Maar deze jonge gaai heeft nog de motoriek van een kind dat bij de F-jes speelt. Trouwens, ook het gebrek aan concentratie. Heel doelgericht vliegt hij naar de braamstruik, om vervolgens er net voor te landen, om zich heen te kijken en afgeleid te raken door een van de phloxen. Want die bewegen. In die richting hippend, bedenkt hij ineens dat hij voor de braam kwam, doet een poging om ernaartoe te vliegen, maar komt in de rozenstruik terecht. Om vervolgens op het dak van de schuur te landen en hard om zijn ouders te krijsen. Die natuurlijk niet komen, want het beest moet zijn eigen eten bij elkaar zien te scharrelen. Je kunt als ouders niet aan de gang blijven. Waarna zoonlief vervolgens de braamstruik weer ontdekt.

 

De vijgen oogst ik wel. Normaal moet ik het gevecht met de merels aan. Ze ruiken te lekker, dus zij hebben het eerder in de gaten dat ze rijp zijn dan ik. Maar dit jaar niet. Dit jaar is het het domein van een muisje. Een schatje. Komt over het muurtje van de buren geklommen, kruipt de boom in en begint gezellig aan zo’n rijpe vijg te knabbelen. Echt, ik word een sentimentele zak gelei van dit weer. Ik zou dat beest natuurlijk met een boos gebaar weg moet jagen, maar ik doe het niet. Ik probeer met haar af te spreken dat ze niet naar binnen mag. Dat buiten ok is. En vijgen bietsen ook. Maar in de winter bij mij binnen nestelen niet.

Zal wel niet helpen.

 

Laat in de avond loop ik nog een rondje door de stad. Soms dwars door het centrum waar het heel gemoedelijk is. Het is het tijdstip dat de restaurants nog vol zitten, maar de kroegen nog niet. Dat de pizzakoeriers hun deuren dicht doen, en de snackbars net open gaan maar nog geen dronken clientèle hebben. Soms loop ik door de buitenwijken en de parken. Waar mensen nog lekker met elkaar zitten te kletsen, op een stoepje of op een kleedje. Vaak loop ik even langs de mooiste gevelsteen van Utrecht: de bewegende uil. Of het feeënpaadje van het Janskerkhof, waar belletjes rinkelen als je er langs loopt. Om vervolgens iets afgekoeld thuis weer even in de tuin door te brengen. Nu samen met de muggen.

 

Zo breng ik mijn dagen door. Over twee weken begint het gewone leven weer. Ik kan me er even nog helemaal niks bij voorstellen. En waar heb ik mijn auto het laatst ook alweer geparkeerd?

 

Groet, Leike

CBR en Zweedse seks

16 juli 2018


Beste Leike,
 
Vorige week hoorde ik op de radio dat nogal wat kandidaten bij het afrijden zorgen voor gevaarlijke situaties. Soms gaan mensen op voor het rijexamen ver voordat ze de basisbeginselen onder de knie hebben. Het CBR, de rijksinstantie die verantwoordelijk is voor het verstrekken van rijbewijzen, bracht dit bericht naar buiten. De CBR-dame die geïnterviewd werd, vertelde dat er allerlei beunhazen onder de rijscholen zijn, maar dat hun boodschap vooral bedoeld was voor de consument. Die moet beter opletten waar hij zijn rijlessen boekt. Op de vraag of de rijscholen niet konden worden aangepakt, schoot de dame direct weer naar de consument die voor zijn eigen belang moest opkomen……
 
Het CBR ziet zichzelf als instituut dat beoordeelt of iemand mag rijden. Maar hoe logisch zou het zijn als je het rijexamen zou zien als een instrument in het kader van verkeersveiligheid? Het CBR als een instituut ter bevordering van rijvaardigheid? Daar is het rijbewijs toch voor bedoeld?
Als je het zo definieert wordt het de taak van het CBR om rijscholen te certificeren. Dan pak je de keten aan in plaats van je te richten op een stressmomentopname in de rijcarrière van de automobilist. Afrijden is dan niet meer dan een laatste check op de kwaliteit van de keten.
 
Die verantwoordelijkheid van het individu, als je het eenmaal doorhebt zie je het overal. Als individuele, geëmancipeerde burgers alert zijn en hun keuzevrijheid benutten, dan doet de onzichtbare hand van de markt zijn werk en veranderen organisaties zoals rijscholen vanzelf en dan komt alles goed. Als overheid hoef je dan alleen maar te bewaken dat er geen ongelukken gebeuren.
We schuiven op tal van fronten van overheidsgezag en een rol van de staat naar transacties tussen zelfstandige volwassen burgers. Het zit diep in de vezels van de samenleving, deze gedachte dat bij elkaar opgetelde mondige individuele burgers vanzelf de markt reguleren.
Nog een voorbeeldje: Mijn vriendin begeleidt enkele Syrische gezinnen, statushouders die voorlopig in Nederland mogen blijven en moeten inburgeren. Tot voor kort was volgens dezelfde ideologie het idee dat deze vluchtelingen zelf een inburgeringscursus moesten kiezen. De opleidingen die vroeger door ROC’s werden georganiseerd waren naar de markt gebracht. Vluchtelingen kunnen dan zelf een actieve keuze maken voor de beste inburgerondersteuner. Gevolg: een enorme terugval ik kwaliteit van de inburgering. Gelukkig heeft dit kabinet recent gezien dat dit niet werkt, al is het maar omdat het resultaat van inburgering (een geëmancipeerde autonome burger) er nog niet is als gekozen moet worden voor een opleiding.
 
Dat idee van die geëmancipeerde, weloverwogen kiezende burger zie je ook op een andere manier. We doen of je overal een transactie van kunt maken. Of je alle onzekerheid en ambiguïteit weg kunt halen als je maar contracteert. Neem de wetgeving in Zweden waar je sinds kort geen seks met elkaar mag hebben als je niet vooraf daar expliciete afspraken over maakt. Een poging om onderdrukking, aanranding en verkrachting te bestrijden. Voor de volledigheid, de bedoeling is natuurlijk goed, wederzijds plezier is een uitgangspunt. Echter, het spannende gehannes van een eerste keer, het spel van aantrekking en ‘hard to get’ en de spelkant van flirt en erotiek worden vervangen, of op zijn minst onderbroken, door een juridisch momentje. Je moet elkaar eerst expliciet toestemming geven. Dus ook seks wordt een contract tussen twee rationele volwassenen, in plaats van toestemming tijdens het spel waarin emoties en gevoelens centraal zouden moeten staan. Een rationele afspraak over emoties heeft iets gekunstelds.
Ook het modernistische idee dat we ‘eerst denken, dan doen’, de veronderstelling dat ons denken aan ons gedrag voorafgaat, is een rare vooronderstelling. Alsof we steeds eerst een besluit nemen om het en daarna uit te voeren.
Wij zetten ‘pragmatisch prutsen’ bij organisatieverandering centraal in Onderweg en Onomkeerbaar, omdat we vinden dat denken en doen elkaar afwisselen en elkaar verder brengen. Soms gaat het bedenken aan het experiment vooraf, maar hoe vaak word je niet verrast door spontaan handelen dat leerrijke inzichten oplevert of bedenk je iets terwijl je het probeert?
Is dat prutsen nou niet precies het soort uitzoekerij dat ook menselijke verhoudingen spannend en leuk kan maken? Niet als transactie, maar als creatief ontdekkend samenspel?
 
Groet,  Jaap

Survival of the fittest

8 juli 2018


Beste Jaap,

Mooi beeld, organisaties als subtiel maar niet intelligent bedachte ontwerpen die eerder zijn ontstaan door selectie van wat werkt, dan door toepassing van vooraf bedachte intelligente ontwerpen. Ik schrijf op dit moment aan een hoofdstuk over Gregory Bateson. Zijn zoektocht was naar een ‘ecology of mind’: als er sprake is van ecologie, dan zou er, volgens hem, ook een ecologie moeten zijn van de geest. Ik denk dat hij en Dennet het goed hadden kunnen vinden met elkaar.

Tegelijkertijd kijkt Bateson – denk ik, ik las Dennet niet – anders naar het fenomeen evolutie. Volgens Bateson betekent ‘survival of the fittest’ niet de overleving van de meest passende ‘soort’, maar het overleven van de meest kansrijke en succesvolle sets van ideeën. Ook hij bedoelt niet vooraf bedachte, rationele, geëxpliciteerde ideeën, maar pragmatisch bewezen heuristieken waarmee de soort en zijn omgeving overleven.

Zelf geeft hij het voorbeeld van het paard en de toendra: het paard leert zich aanpassen aan de toendra, maar de toendra past zich ook aan aan het paard. Die relationele, pragmatische combinatie wordt doorgegeven en is daarmee evolutionair succesvol voor zowel paard als toendra.

Het idee is – aldus Bateson – zo succesvol dat het kan worden overgezet naar onze gazons (de toendra) die we met grasmaaiers (de tanden van het paard) kort houden en met mest (de uitwerpselen van het paard) levend houden.

Hem dat zien vertellen (er zijn prachtige youtubefilmpjes over) blijft leuk. Je weet nooit of hij over dat laatste nou een grapje maakte of het serieus meende.

 

Zou Dennet die grasmaaier reversed engineering noemen? Dan geeft Bateson denk ik wel een veranderkundig handvat voor reversed engineering. Reversed engineering vraagt bewustzijn en intelligentie en als je Bateson volgt doe je er verstandig aan om die intelligentie te richten op het succes van het idee dat ten grondslag ligt van het geëvolueerde patroon, eerder dan op de afzonderlijke elementen van wat gebouwd is. Veranderkundig is dat spannend, want hoe vaak gebruiken we ontwerp niet door de afzonderlijke blokjes of poppetjes in een andere samenhang te brengen? Volgen we Bateson dan moeten we het succesvolle idee begrijpen en dat evolutionair verder helpen.

 

Ook omdat, volgens Bateson, de focus op afzonderlijke delen de evolutie niet helpt. Bateson ziet in alles relatie. Voor hem bestaan er geen individuen op zichzelf. Individuen zijn altijd een functie van de context en de relatie. Stel jouw zoon zit bij jouw in een leertraject, jullie relatie is daar een andere dan thuis. Jullie weten dat allebei en jullie gedragen jezelf ernaar. De groep verwacht dat ook van jullie. Als individu zijn jullie ingebed in die geëvolueerde patronen.

Bateson weer even doortrekkend, betekent reversed engineering dat je vanuit dat succesvolle idee werkt aan de samenhang der dingen binnen de context. Opknippen kan niet, want dan raakt de essentie van het idee zoek. Veranderkundig betekent het dat we steeds de delen binnen gehelen moeten zien en oog moeten houden voor het patroon dat het succesvolle idee verder brengt.

Verliezen we dat nu niet heel vaak uit het oog als we veranderen? Richten we onze focus niet te snel op afzonderlijke delen?

 

En tot slot: we zien discontinuïteit goed, maar verandering heel slecht. Die rot-reorganisatie weet iedereen nog, maar daarna is er – volgens betrokkenen – vaak niets veranderd. Ik leerde als acupuncturist dat ik bij een vervolgconsult altijd de hele rij van symptomen af moest gaan, omdat mensen verandering niet altijd merkten. Je moest wat eerder gezegd werd bewust in gedachte brengen, dan pas realiseerden ze dat iets anders geworden was. Ik doe dat de laatste tijd ook bij de verandertrajecten waar ik onderdeel van ben. Bijzonder genoeg is er altijd meer veranderd dan we dachten door onze focus op die discontinue verandering en het effect dat we ervan verwacht hadden. We zien vaak niet wat er sinds die tijd ook verandert was. In hele kleine stapjes, met kleine beetjes en misschien niet in de kern van de verandering maar in de periferie.

Maar hoort dat niet bij evolutie? Is dat niet hoe succesvolle ideeën vorm krijgen? Niet groots en meeslepend, maar klein en onzichtbaar. Tot ze zo gegroeid zijn dat er een nieuwe situatie ontstaan is.

 

De puzzel hoe je die discontinue, reversed engineering prikkel in een organisatie nou zo geeft dat er voldoende verstoord raakt om te zorgen dat al die succesvolle ideeën evolueren in plaats van stuk gemaakt worden. Dat goed doen, is moeilijker dan dit blogje bedenken. Omdat dit blogje een soort van reversed engineering is van wat Bateson zei, en zeker geen geen intelligent ontwerp ….

 

Groet, Leike

 

 

Ontwerp zonder intelligentie

14 juni 2018


Beste Leike
 
Ik ben het laatste boek van Daniel Dennett aan het lezen. Deze Amerikaanse filosoof heeft naam gemaakt met zijn jarenlange onderzoek naar ons bewustzijn. Over wat ons denken stuurt en wie we met ‘ik’ bedoelen. Met je denkvermogen je denken proberen te snappen, wat een paradox. Heerlijk gehersenkraak door een heel systematische betoogbouwer! Zijn laatste boek heet ‘Van bacterie naar Bach en terug’ en beschrijft de evolutie van de geest.
(Ik ben zo tevreden met mijn ’sabattical. Het geeft heerlijk de rust om dit soort boeken eens goed te lezen).
Dennett is een groot bewonderaar van Darwin, die ontdekte dat de biologie, ons hele leven, een bij elkaar gesprokkeld en geknutseld toevalswerkje is met waanzinnig mooie en superingewikkelde samenhangen en resultaten. De hele natuur is een enorm ingewikkeld ontwerp. En Darwin zag dat al die soorten en hun samenhangen zonder begrip, zonder intelligentie vooraf tot stand zijn gekomen en zich alsmaar verder ontwikkellen. De prachtige effectiviteit van een bacterie, die gebruik maakt van zijn omgeving, daar wat aan toevoegt en zo zijn eigen soort continueert, kun je zien als een geweldig subtiel ontwerp. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor kippen, tropische oerwouden en mensen. Deze prachtige ontwerpen zijn niet vooraf bedacht door een intelligente ontwerper, maar het resultaat van toeval, trial en error. Een selectieproces waarbij de input in essentie volledig ongericht is.
Dennet zet daar wat Alan Turing deed tegenover. Turing is de man die de eerste computer bedacht, ontwierp en bouwde. In tegenstelling tot de evolutie, ging aan wat Turing deed intelligentie vooraf aan het ontwerp. De dingen die Turing probeerde in zijn ontwerp hadden steeds een bedoeling, een gedachte, een redenering. Anders dan de natuur, heel doelgerichte engeneering.
Wat Darwin tot stand bracht noemt Dennett reversed engeneering. Op grond van wat je waarneemt maak je analyses over hoe het tot stand is gekomen. Je verklaart achteraf.
 
Hoe zit dat nou eigenlijk met ontwerp en organisaties? Vaak wordt aangenomen dat organisaties ontworpen zijn, dat er een bedoeling is en dat ze bestuurbaar zijn. Alsof de organisatie het resultaat is van engeneering.  Maar wat van een organisatie is echt vooraf bedacht? En wat is achteraf verklaard?
Wellicht is er in veel gevallen wel een eerste bedenker, een ondernemer of bestuurder die ergens brood in ziet en een beginnetje maakt, maar het vervolg van dat ontwerp is vaak een werkje van meerdere actoren. Die knutselen, verschillen van mening, proberen dingen uit, halen een hobbyhorse uit de kast of een overtuiging of trauma… ze bevallen af en toe van een inzicht en gaandeweg krijgt de organisatie zo samenhang, variëteit, geschiedenis, eigenschappen.
De organisatie als complexe biotoop is misschien wel met veel minder voorafgaande intelligentie gemaakt dan we meestal denken. Er is misschien lokaal wel begrip van gekozen oplossingen, maar niemand begrijpt het geheel. En is, deze redenering voortzettend, management dan niet vooral reversed engeneering? Als het goed gaat met de club: niks aan doen, ook al snap je niet precies hoe en waarom het goed gaat. En als het misgaat: proberen de snappen hoe dat komt (reversed engeneering) en daar wat aan doen?
Ontwerp zonder begrip, ik vind het een interessante gedachte, begrijp je?
 
Groet, Jaap

Intrinsieke motivatie?

3 juni 2018


Beste Jaap,

Ik was in Japan. Wat een prachtig land! En inderdaad, iedereen loopt de hele dag kleine of grotere buigingen te maken. De begroetingen, verontschuldigen en bedankjes vliegen je om de oren.

Ik leerde voordat ik richting Japan ging een beetje Japans. Net genoeg om een beetje te begrijpen wat er gezegd wordt. Maar dat begrijpen bleek niet zo makkelijk. De inhoud van een zin raakte verstrikt in al die beleefdheden die er bij de start en aan het eind aan toegevoegd werden. De feitelijke zin – met daarin de informatie waar ik naar op zoek ben – mompelen ze er tussendoor. Ik begreep zinnen die niet aan mij gericht waren, die ik bijvoorbeeld in de trein afluisterde, beter dan de zinnen die mensen naar mij uitspraken. In gewone conversaties staat het beleefdheidskanon iets minder hard.

 

Al die expliciete beleefdheid en aandacht maakte dat ik me de hele tijd afvroeg: zouden deze mensen nou intrinsiek gemotiveerd zijn om dat te doen? Is het intrinsieke motivatie waarmee mensen hier die hele berg beleefdheden over ons uitstorten? Zo ziet het er wel uit. Ze zijn vriendelijk en zorgvuldig, en met een enorm geduld en plezier blijven ze buigen en bedanken.

Of zou dit gewoon extrinsieke motivatie zijn? Dat ze thuis hun voeten op de bank leggen (of onder het Japanse tafeltje), even enorm mopperen en geen stom bedankje meer uitspreken? Zijn al die gokhallen, karaoke-bars en mangasexshops een uiting van te lang extrinsiek gemotiveerd buigen?

 

Ik ben al enige tijd gefascineerd door dat rare begrip intrinsieke motivatie. Want wat is het eigenlijk? Het is in ieder geval een toverwoord in de huidige verandermode. We vinden het belangrijk in organisatieverandering. Als mensen veranderen vanuit intrinsieke motivatie, dan krijgen we echte verandering.

Maar wat raar eigenlijk, want intrinsieke motivatie voor wat? Voor een verandering die iemand anders heeft bedacht. Een verandering waarvan iemand of ergens anders is bepaald dat het belangrijk is. Maar dat heette toch altijd extrinsieke motivatie?

Heb ik dat nou verkeerd onthouden of is hier iets raars aan de hand?

 

Ik zoek het even op. Intrinsieke motivatie: komt uit zichzelf in beweging. Extrinsieke motivatie: komt door externe prikkels in beweging. Ok. Heb ik dat weer even duidelijk.

En geplande veranderingen zijn externe prikkels, omdat anderen vinden dat er iets anders moet. De motivatie lijkt mij dus extrinsiek.

Er is in organisatieveranderland sprake van een heel briljante vorm van nudging! Omdat we vinden dat intrinsiek gemotiveerd zijn beter is, vragen we voor die extrinsiek gemotiveerde verandering gewoon intrinsieke motivatie!

 

Terug naar Japan. Is al dat groeten en buigen daar nu intrinsiek of extrinsiek? Noem je wat je vanuit je culturele opvoeding belangrijk vindt intrinsieke motivatie? Of is het culturele dwang en dus extrinsiek? Ik sprak een Japanse die een aantal keuzes in haar leven gemaakt heeft die voor haar familie niet altijd makkelijk waren. Zij gaf een scherp beeld van hoezeer de Japanse cultuur een collectieve cultuur is. Doen wat je graag wilt doen? Als je je hart volgt, dan komt het goed? Typisch Westerse uitvindingen. In Japan maak je daarmee je familie te schande. Dat doe je dus niet zo makkelijk. De prijs is namelijk hoog. Het toch doen, dat vraagt echte intrinsieke motivatie.

 

In Onomkeerbaar beschreven we hoe je als veranderaar prudent met geplande verandering om moet gaan, omdat het een vorm van dwang is. Iets wat uit een extrinsieke prikkel voortkomt intrinsieke motivatie noemen, vind ik niet zo prudent. Het is een vorm van sugar coating.

Het is ook een devaluatie van de echte intrinsieke motivatie. Die komt uit jezelf, kost moeite en vraagt echte keuzes die niet altijd makkelijk te maken zijn. Laten we het begrip daarvoor bewaren, in plaats van hem te kapen voor iets wat extrinsiek gemotiveerd is. Denk je niet?

 

Groet, Leike

 

AVG

23 mei 2018


Beste lezers van dit blog,

Dit keer geen brief van Jaap naar Leike of vice versa, maar een brief aan jullie. Op 25 mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing. De AVG stelt eisen aan de verwerking van persoonsgegevens en we zijn verplicht jullie te laten weten welke gegevens van jullie bij ons opgeslagen zijn.

 

Als abonnee van dit blog staan jullie met jullie emailadres bij ons geregistreerd. Wij gebruiken dit emailadres alleen om jullie te laten weten dat er een nieuwe blog is.

In het kader van de AVG moeten jullie hiervoor expliciet toestemming geven. Die vragen we je bij deze.

Je hoeft alleen iets te doen als je niet wilt dat we je emailadres gebruiken voor dit blog. Wil je dat ons dan laten weten of je uitschrijven met de knop unsubscribe uit de email die je altijd van ons ontvangt? Je emailadres wordt dan verwijderd.

 

Over twee weken komt onze volledige privacy policy op onze website, zodat je deze rustig na kunt lezen.

 

Binnenkort weer een blog!

Hartelijke groet van Jaap en Leike

Met de Franse slag

1 mei 2018


Beste Leike,

Ja, kennis is geen begrip: knowledge is not understanding. Zo is veel weten ook niet per se een teken van intelligentie en helpt theorie te vaak om een schijnwereld vorm te geven. Hoe verder van huis ik vaar met mijn bootje, hoe meer ik de enorme complexiteit van de wereld ervaar.

Ik vaar nu door Noord-Frankrijk. Aan de kanalen tref ik waanzinnig grote industriële complexen aan. Soms oud en verlaten; ik denk dat de sloop meer kost dan de grond waard is, dus blijft het decennia leeg staan. Vaak ook echt prachtig industrieel erfgoed. Menigmaal modern en vol in bedrijf en soms enorm verouderd en op een of andere manier toch nog werkzaam. Ik vermoed dat veel van die industrie te maken heeft met de landbouw en de mijnbouw in dit gebied. Vervoer verloopt via het  water.

Het tweede dat opvalt: de armoede. Heel veel leegstaande winkels in de dorpjes, grote lelijkheid in de architectuur, nauwelijks horeca (in Frankrijk!), slechtgeklede en veel ongezonduitziende, verwaarloosdogende mensen. Echt verdrietig. Het lijkt een beetje op de uitwassen van het industrieel kapitalisme in het oude Engeland.

Opeens snap ik ook iets van de politieke cultuur hier. De staking als terugkerend ritueel, de behoefte om vast te houden aan oude verworvenheden, de angst om overlopen te worden door Angelsaksische waarden, de heimwee naar Frankrijk als grote mogendheid. Hier in het noorden zijn de mensen al veel kwijtgeraakt en is men bang meer te verliezen. Misschien wel terecht. Dus op 1 mei schutten de sluizen niet. Op de Dag van de Arbeid ben je vrij!

Ik las hoe Macron tijdens de verkiezingen een (Whirlpool)fabriek bezocht in het Noord-Franse Amiens, zijn geboortestad. Marine le Pen was er eerder en beloofde de fabriek open te houden. Macron deed die belofte expliciet niet! Omdat hij niet wist of dat wel een reële belofte zou zijn. Ik vind dat stoer. Niet naar de mond praten, maar een eigen verhaal hebben. Leiderschap tonen. De Franse kiezer waardeert dat blijkbaar.

Die merkwaardige Macron die nergens op lijkt; niet goed past in links-rechts-schema’s, die tegen alle populisme in pleit voor Europa, die ingaat tegen gevestigde belangen. Hij heeft een visie en biedt daarmee hoop.

En dan dat bezoek aan Trump. Weet je nog dat hij Trump keihard in zijn hand kneep, toen Trump in Parijs op bezoek was? Een spelletje Baas-boven-baas om te laten zien dat je het spel van je tegenstander snapt. Op bezoek in Amerika toont hij zicht Trumps ‘buddy’, maar hij spreekt ook het parlement toe met stevige eigen standpunten en zorgen rond Amerikaans isolationisme. Hij zorgt met al zijn charme dat Trump zich niet verder isoleert en tegelijk probeert hij hem te beïnvloeden rond de Irandeal. The Donald kijkt tegen hem op. Knap hoor!

Dat is toch wel heel bijzonder aan Frankrijk. Met al zijn sociale ouderwetsigheid slaagt het erin het populisme terug te wijzen en zo’n bijzondere president te kiezen. Een president die met zijn visie Frankrijk en Europa weer wat zelfvertrouwen teruggeeft. En die stakingen van dit moment hier? Als je goed luistert is het meer een rituele reactie dan dat ze echt zullen doorbijten De Fransen snappen dat het 2018 is.

Ondertussen hoor ik uit de verte het gekrakeel in Nederland over zijtafel en hoofdtafel, over dat notities en partijstukken geen memo’s zijn, en dat de een niet weet wat een geheugen is en de ander zo behendig draait dat iedereen duizelig naar bed gaat.

Die Macron krijgt nog een hele kluif om de economie hier in Frankrijk te moderniseren, maar hij maakt wel heel veel snelheid door met zoveel verbeeldingskracht en moed aan de gang te gaan. Frankrijk neemt met al zijn gedoe positie in in de wereld en dat contrasteert nogal met memo’s onder die Haagse kaasstolp bij jullie.

Groet, Jaap

 

 

knowlegde ≠ understanding

22 april 2018


Beste Jaap,

 

Ik zie helemaal voor me hoe het kwartje valt, daar op die rivieren die je alleen van kaart en tekst kende. Mooi voorbeeld van ‘knowlegde ≠ understanding’. Wij laten toch altijd dat filmpje van Destin Sandlin zien, met zijn verkeerdom sturende fiets? Hij legt dat verschil prachtig uit: je kunt kennis ergens van hebben, maar dan begrijp je het nog niet. Hoe het echt is, gaat, werkt, eruit ziet, daarvoor heb je ervaring nodig. Sterker, net zo lang geoefende ervaring tot er sprake is van wat Alice Lam ‘embodied knowledge’ noemt: kennis waar je niet meer bij kunt, die in je lichaam is opgeslagen. Je bent onbewust bekwaam geworden.

Mooi dat ik jou nu als voorbeeld kan gebruiken! Dank!

 

Intrigerend eigenlijk wel, dat knowlegde ≠ understanding. Want knowledgde is geen understanding, maar van understanding kun je wel weer knowledge maken. Ons vak groeit aan de randen van de praktijk. De ervaring die daar wordt opgedaan kan omgezet worden naar voor iedereen toegankelijke kennis. Ik geniet altijd enorm van boeken waarin ervaring, reflectie en kennis in samenhang zichtbaar maken wat er allemaal gebeurt in de wereld van organisaties.

 

Gelukkig vindt de Orde van Organisatieadviseurs dit ook belangrijk. Jaarlijks reiken ze de Ooa-boek-van-het-jaar-prijs uit. De vakjury heeft een tijdje terug al de longlist bekend gemaakt.

  • Route circulair, Dionne Ewen, Lieke Ossenblik, Helen Toxopeus, Guido Braam
  • Imperfecte adviseur, Martijn van Ooijen, Thijs Homan, Aart Goedhart, Antonie van Nistelrooij, Barbara van der Steen, Marcel Kuhlmann en Mieke Moor
  • Vertrouwen in de slimme samenleving, Sander Klous en Nart Wielaard
  • In control? Thijs Homan
  • De management ideeënfabriek, Stefan Heusinkveld
  • Leren interveniëren in verwaarloosde organisaties, Joost Kampen
  • Professionaliteit in governance, Hans Strikwerda, Jaap ten Wolde
  • Handboek teamcoaching, Helpen zonder bemoeizucht, Martijn Vroemen
  • Iedereen verandert, nu wij nog, Hans Vermaak
  • Voorbij de eeuw van bureaucratie, Jan Herman de Baas

En er is een speciale vermelding voor: Werken in het wit, Mieke Moor

 

Prachtige boeken, van auteurs met hun benen in de praktijk en het vermogen om van ervaring kennis te maken. Op 5 juni weten we welke van deze tien genomineerden de vakprijs krijgt. De Ooa maakt er een feestje van.

 

Jij bent er dit jaar niet bij. Je gaat wat missen. De Ambachtsschool en de orde hebben samen een mooi programma gemaakt. De auteurs geven workshops waarin iedereen kennis kan maken met hun boeken. Tussen de workshops door reflecteren vooraanstaande vakgenoten op de literatuur en delen zij wat zij op dit moment interessante en inspirerende boeken vinden.

 

Iets om echt bij te zijn. En wat heel leuk is: als je je aanmeldt voor de middag via de Ambachtsschool, dan krijg je korting!

 

Ik wens je heel veel plezier met al die ervaringen die de komende tijd jouw kennis tot meer diepgang brengen. Wij gaan op 5 juni zien wie zijn ervaringskennis het mooist in een boek zichtbaar heeft gemaakt.

 

Groet, Leike

 

Organisatievragen